Loading...
 

Lucas 20, 27-40

Lucas 20, 27-40: Leven na de dood

Lucas 20, 27-40 // Matteüs 22, 23-33 // Marcus 12, 18-27



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1662)

Toen kwamen er sadduceeën naar Jezus toe. Sadduceeën geloven niet dat de mensen zullen opstaan uit de dood. Ze zeiden tegen Jezus: ‘Meester, in de wet van Mozes staat deze regel: «Het kan gebeuren dat een man sterft zonder kinderen. Dan moet zijn broer trouwen met de weduwe. De broer moet zorgen dat zij een kind krijgt. Dat kind geldt dan als het kind van de gestorven man.»
Maar stel: Er zijn zeven broers. De oudste trouwt. Maar hij sterft zonder kinderen, en zijn vrouw blijft alleen achter. Dan trouwt de tweede broer met de vrouw. Maar ook hij sterft zonder kinderen. Met de derde broer gaat het net zo. En met de anderen ook. Alle zeven broers sterven zonder kinderen. Als laatste sterft de vrouw. Nu is onze vraag: Wat gebeurt er als de mensen zullen opstaan uit de dood? Met wie zal die vrouw dan getrouwd zijn? Want alle zeven broers zijn met haar getrouwd geweest!’

Jezus antwoordde de sadduceeën: ‘De mensen van deze wereld trouwen met elkaar. Maar de mensen die opstaan uit de dood, die leven niet meer als getrouwde mensen. Zij mogen leven in Gods nieuwe wereld. Dan zijn ze net als engelen en kunnen ze niet meer sterven. Ze zijn kinderen van God, omdat ze zijn opgestaan uit de dood.
Jullie geloven niet dat de mensen zullen opstaan uit de dood. Maar denk eens aan het verhaal van Mozes en de brandende doornstruik. Daar noemt God zich de God van Abraham, Isaak en Jakob. God is geen God van dode mensen, maar van levende mensen. Want hij geeft het leven aan alle mensen.’

Toen durfde niemand meer een vraag aan Jezus te stellen. En sommige van de wetsleraren zeiden: ‘Meester, dat hebt u goed gezegd.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Op een dag kwamen er enkele Sadduceeën bij Jezus.
Dat waren belangrijke priesters,
die niet geloofden in de verrijzenis.
Ze vroegen: ‘Meester,
als een man en een vrouw trouwen
en de man sterft,
en de vrouw trouwt dan met een andere man...
en die man sterft ook
en de vrouw trouwt dan weer met een andere man,
en die man sterft ook,
en de vrouw trouwt opnieuw,
hoe moet het dan
als zij sterft en in de hemel komt?
Welke man is dan haar echte man?’
En Jezus zei:
‘In de hemel is alles heel anders.
Daar wordt niet meer getrouwd.
Daar is iedereen kind van God.
God is geen God van doden maar van levenden,
want voor Hem leven ze allemaal’.
Enkele Schriftgeleerden zeiden:
‘Meester, wat U zegt is juist.’
En niemand durfde Hem nog iets te vragen.



Stilstaan bij ...

Sadduceeën
Sadduceeën zouden afstammen van Sadok, een belangrijk priester in het rijk van David. Volgens hen komt God weinig tussen en draagt de mens de volle verantwoordelijkheid. Ze vormden een politieke en religieuze partij die een tijd lang veel invloed had in het Sanhedrin (Joodse rechtbank ten tijde van Jezus) en veel aanhangers had in de rijke priesterfamilies. Zowel politiek als godsdienstig gezien waren ze conservatief. Ze kregen weinig sympathie van het gewone volk omwille van hun vriendschap met de Romeinse bezetter. Ze hielden zich uitsluitend aan de vijf boeken van Mozes (de geschreven wet), die zij meestal letterlijk lazen. Lucas schreef dat ze niet geloofden in de verrijzenis.

Vanaf het jaar 70, het jaar dat de tempel verwoest werd, zijn er geen Sadduceeën meer.

Vraag
Met de vraag die de Sadduceeën aan Jezus stellen, willen ze uiteindelijk laten zien dat verrijzenis onmogelijk is.

Meester
In het officiële jodendom was ‘meester’ de titel voor Schriftgeleerden omdat zij de Tora en de schriften bestudeerden. Zij trokken toen rond van het ene dorp naar het andere en legden de wet uit. Ze waren gewoonlijk omringd door een groep leerlingen, aan wie ze onderricht gaven.

Kinderloos sterven
Wanneer een man stierf zonder kinderen te hebben bij zijn vrouw, dan moest zijn weduwe volgens de wet van Mozes (Deuteronomium 25, 5) trouwen met de broer van haar overleden man, zodat ze het nageslacht van haar man veilig kon stellen.

Van wie van hen is zij nu bij de verrijzenis de vrouw?
Met het verhaaltje dat de Sadduceeën vertelden en deze vraag, wilden ze het geloof van Jezus in de verrijzenis belachelijk maken.

Verrijzenis
Protestantse christenen gebruiken het woord ‘opstanding’, katholieke christenen het woord ‘verrijzenis’. Beide woorden willen op hun manier uitdrukken dat men gelooft dat men na de dood verder leeft bij God. Zo lijkt de dood een soort scheidingsmuur tussen het leven hier en het leven hierna.
Het woord ‘opstanding’ doet denken aan ‘opstaan’. Wie opstaat, kan zijn leven verder aanvatten.
Het woord ‘verrijzenis’ doet denken aan ‘rijzen’, omhoogkomen (bv. van het deeg). Ook dit woord doet denken aan leven.

Andere wereld
Met die andere wereld wil Jezus zeggen dat de verrijzenis een werkelijkheid is die in niets te vergelijken is met het leven zoals wij het nu kennen.

Abraham, Isaak en Jacob
Deze drie zijn de drie aartsvaders. Samen met hun leven begint de geschiedenis waarin het geloof in één God centraal staat.





Bij de tekst

Waar het om gaat

Met de vreemde situatie die enkele Sadduceeën aan Jezus voorlegden wilden ze aantonen dat de verrijzenis van de doden iets onmogelijks is. Met zijn antwoord maakt Jezus duidelijk dat verrijzenis een werkelijkheid is die helemaal niet te vergelijken is met het leven zoals mensen het nu kennen.





Bijbel en kunst

T. CARTER

Consider (Kijk) - 2010

Teresa Carter

(90cm/90cm)


Teresa Carter, een Amerikaanse kunstenares, toont een boom in de winter. Donkere kleuren overheersen. Vogelhuisjes van krantenpapier zijn losjes vastgemaakt aan de takken van een berk.
In het werk zit een tweede kunstwerk: dezelfde boom in de lente. Kleurige bloesems en eieren symboliseren nieuw leven.




Beeldmeditatie
- Wat zie je?
(boomtakken zonder bladeren, vogelhuisjes die met een touwtje aan de takken vastgemaakt zijn, nest met drie eieren, vogel, boomtakken met bloesems.)
- Wat valt op?/ Wat is ongewoon aan dit schilderij?
(In het schilderij is een tweede schilderij te zien)

- Wat roepen de kleuren op?
- Welk gevoel roept de achtergrond van dit werk op?
(Dood / leven)
- Welk gevoel roept het schilderij in het schilderij op?

- Wat zou de kunstenares met dit werk willen duidelijk maken?

- Waarom zou ze maar een klein stukje in kleur gemaakt hebben?
- Wat kan dit werk over verrijzenis zeggen?




Een kunstwerk maken
Inspireer je op het werk van Teresa Carter om met verschillende materialen en een gelijkaardige indeling een eigen kunstwerk te maken dat de verrijzenis, nieuw leven plaatst op de achtergrond van verschillende aspecten van dood (minderwaardig leven).


Merk op
Teresa Carter gebruikte krantenpapier voor de vogelhuisjes, een manier om de actualiteit via krantenkoppen en foto's te verwerken in haar kunstwerk.





Suggesties

Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Spreken over dood

Kolet Jansen schrijft in haar boek 'Waarom?':

'Al eeuwen lang vragen mensen zich af wat er gebeurt nà hun dood.
Sommige mensen zeggen: als je dood bent, is het afgelopen. Je leeft niet meer en daarmee uit. Zolang er nog mensen zijn die aan je denken, leef je nog een beetje voort in hun herinnering. Maar daarna is het afgelopen. Je lichaam vergaat en er schiet niets meer van over.
Andere mensen zeggen: na je dood leef je verder, maar op een heel andere manier. Je lichaam gaat wel dood, maar je ziel gaat naar het hiernamaals, en daar krijg je een nieuw lichaam. Je ontmoet er andere mensen die al dood zijn en je blijft voor eeuwig in de liefde van God. Want God heeft Jezus opgewekt uit de dood, en zo zal Hij het ook met ons doen. God houdt zoveel van ons, dat Hij ons niet in de steek laat. Zijn liefde is sterker dan de dood. Dat is wat christenen vertellen over het leven na de dood.


Dit evangelie kan de aanleiding zijn om:

. de kinderen te laten verwoorden
- hoe zij de hemel zien ...
- hoe zij over God denken ...


. te ontdekken dat er twee manieren zijn om over dood te spreken:
Letterlijk: dood zijn en begraven.

Figuurlijk: levend zijn, maar toch ook al wat 'dood' omdat
. niemand naar hen omkijkt.
. niemand hen als vriend wil hebben.
. men heel veel tegenslag in zijn leven krijgt.





VERTELLEN

De mier en de graankorrel

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 107)

Er was eens een graankorrel,
die na de oogst op het veld was blijven liggen.
Een mier kwam voorbij,
zag de korrel,
bond die op haar rug
en begon moeizaam de weg naar haar nest.

‘Waarom sjouw je zo?
Waarom leg je me niet neer?’
vroeg de graankorrel.
De mier hijgde:
‘Als ik je neerleg,
heb ik deze winter geen eten.’

‘Maar ik ben niet gemaakt
om zomaar opgegeten te worden,’ zei de graankorrel,
‘Ik ben een zaadje, vol leven.
Ik wil uitgroeien tot een plant!
Mag ik je een voorstel doen?
Als je me hier laat liggen,
in plaats van me mee te slepen naar je nest,
zal ik je honderd graankorrels geven.’

‘Honderd korrels in ruil voor één enkele?
Dat is de moeite!
Hoe gebeurt zo’n wonder?’ vroeg de mier.
‘Maak een kuiltje in de grond,
begraaf me erin,
en kom over een jaar terug,’ zei de graankorrel.

Na een jaar keerde de mier terug.
De graankorrel had woord gehouden.

Naar een verhaal van L. DA VINCI




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 2 november 2016, p. 1)

Spreken over verrijzenis is altijd al moeilijk geweest,
want niemand heeft ooit zijn dierbare overledenen terug gezien!
Toch geloven christenen dat de dood geen eindpunt is,
maar een komma. Daar komt nog een heel leven achter.

Toen Jezus leefde was dat niet anders!
Sommigen geloofden dat mensen over de dood heen verder leefden,
anderen waren ervan overtuigd: dood is dood!
Terugkomen uit de dood is onmogelijk!

Zolang mensen geloven dat ‘dood’ geen definitief einde is,
vonden ze beelden in de natuur
om hun gelijk aan te tonen
en hun visie kracht bij te zetten.

Zo schreef Da Vinci het verhaal hierbij.
Hij stond stil bij het wonder
van het graantje in de grond
dat aan de basis lag van veel nieuwe graantjes.

Zou dat ook niet zo zijn met overledenen?
Ze zijn dan wel begraven …
… maar wat hun bewogen heeft en geïnspireerd
leeft in duizend dingen verder.





Jongeren

ONDERZOEKEN

Leven na de dood

De jongeren maken een inventaris van alle visies die ze kennen ivm wat er na de dood gebeurt.
Bijvoorbeeld: moslims, boeddhisten, hindoes, joden, humanisme ...
Bij elke visie proberen ze te verwoorden welk effect die overtuiging heeft op de kwaliteit van het leven nu. Wat stellen ze vast?

Of mensen leven na de dood, of over de dood heen, of niet, is met niets te staven. Elke uitspraak daarover heeft met een overtuiging te maken.
Christenen geloven dat leven verder gaat, ook als men gestorven is. Om het fijne van dit leven na de dood duidelijk te maken, werd vroeger gesproken over een plaats waar men rijstpap met gouden lepeltjes at. 'Mag ik dan frietjes bestellen,' vroeg mijn jongste zoon, toen hij van dit verhaal hoorde. Omdat die rijstpap een beeld was van hoe fijn het hierna wel kan zijn, kon ik dus gerust zeggen dat hij dan wat anders mocht bestellen.

Stel dat ik zeven keer zou reïncarneren.
U weet wel: je gaat aan de ene kant het leven uit
en langs de andere kant verschijn je weer op het toneel.
De ene keer als vogel, een andere keer als Chinese ridder,
dan eens een keer als soepkip, de volgende keer als prinses,
wat later als kikker, op dit ogenblik als ik
en tenslotte als koe.
Uiteindelijk ben je goed genoeg
en word je niet meer terug in de visvijver geworpen.
Je schuift aan bij St-Pieter om je in te schrijven.
Maar nu komt het probleem:
onder welke naam schrijf ik me in?
Ben ik een soepkip of een prinses?
Wie of wat ben ik eigenlijk?
(Ives De Mey in 'preek van de week')


Het verhaal van de Sadduceeën in het evangelie is met bovenstaand verhaal te vergelijken. Dat mensen na de dood zouden verrijzen vonden ze nonsens. Daarom maakten ze Jezus' overtuiging belachelijk door die verrijzenis heel letterlijk te zien. De reactie van Jezus maakt duidelijk: een 'beeld' om iets duidelijk te maken mag je niet letterlijk 'zien'. Bovendien is verrijzenis niet eens te vergelijken met het leven zoals mensen het nu kennen.
Jezus baseert zijn geloof in de verrijzenis op zijn vertrouwen dat God liefde is. Het leven is waardevol en het blijft voortduren in Gods liefde. Daarom zegt Jezus: 'De Heer is geen God van doden, maar van levenden, want voor hem zijn allen levend.'
Ook de mensen die gestorven zijn, zijn levend bij God.

- Zoek zelf naar 'beelden' voor 'verrijzenis' ter vervanging van 'rijstpap met gouden lepeltjes'.
- Verwerk deze beelden in een gedicht met als titel 'verrijzen'.





SPREKEN MET BEELDEN

Verrijzenis

In het woord verrijzenis, is het woord 'rijzen' te horen. Gist zorgt ervoor dat een logge plompe massa bloem en water, luchtig, vol leven wordt, en gaat rijzen. Zo gezien heeft verrijzen met leven te maken. Meestal zien christenen het als: leven over de dood heen, met Jezus als grote voorbeeld.
Maar verrijzen is ook te zien als een opdracht voor christenen in het leven van elke dag: leven brengen waar dood is, of waar meer dood dan leven is.

- Zoek bij jezelf naar voorbeelden van allerlei situaties waarin mensen meer dood dan levend zijn en schrijf die in stilte rond het woord 'dood'.


Bijvoorbeeld:

  • Afscheid nemen is een beetje doodgaan.
  • Na de aanrijding bleef de fietser meer dood dan levend liggen.
  • Vroeger was het daar heel gezellig, maar nu is het er maar een dode boel.
  • Hij heeft nergens werk gevonden. Hij zegt nu: 'Ik zit op een dood spoor.'
  • Die buurman heeft ons gemeen behandeld. We willen niet meer met hem praten. Hij is voor ons dood.
  • Iedereen is weggegaan. Ik zit moederziel alleen. Er heerst een doodse stilte in huis.
  • Vroeger liep zij overal warm voor, maar laat het haar allemaal koud. Ze lijkt wel levend dood.



- Zoek nadien naar middelen die mensen kunnen doen 'opstaan' uit die 'dood'. Noteer die in een andere kleur onder de verschillende voorbeelden van 'dood'.



Beelden voor verrijzenis

Inspiratiebron: Marc Galant, trappist (Orval)

Aan de christenen van Korinte die moeite hadden met de verrijzenis, zei Paulus:
'Maar, zal wellicht iemand vragen, hoé verrijzen de doden?
Met wat voor lichaam komen ze terug? Dwaze vraag!
Ook wat je zelf zaait moet eerst sterven voor het tot leven komt,
en wat je zaait is maar een korrel, bijvoorbeeld van tarwe of iets dergelijks,
en het heeft nog niet de vorm die het zal krijgen.
Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam verrijst.
Wij zullen (...) allemaal van gedaante veranderen.' (1 Kor 15, 35 ... 51).


Een eikel wordt begraven en verrijst als eik.
Een graankorrel wordt gezaaid en verrijst als graanhalm.
Een rups ontpopt en verrijst als vlinder.
Nu hebben wij een aards lichaam,
dan zullen wij een hemels lichaam hebben.

- Welk beeld treft je het meest?
- Maak rond dit beeld een collage of maak per twee een verhaal, dat hetzelfde idee verwoordt.





MEDITEREN

Verrijzen

Verrijzen heeft te maken
met bevrijden en ontplooien
met opstaan uit ellende en onmacht

Verrijzen geeft leven
aan wie dreigt ten onder te gaan.

Verrijzen is
zich verzetten tegen alles wat mensen klein maakt

Verrijzen is
leven naar het voorbeeld van Jezus,
licht zijn voor andere mensen.